Het leren van Griekse woordjes

Het leren van Griekse woordjes

1. Begin, als het mogelijk is woorden te leren in zinsverband. Nieuwe woorden komen we meestal voor het eerst tegen in een Griekse tekst. Lees de tekst meerdere malen door. Luister regelmatig naar de tekst als die op een bandje staat. Ook het afluisterenvan 'oude' teksten brengt woorden weer in het geheugen.

2. Probeer of je woorden kunt herleiden (uit andere Griekse woorden die je kent, uit het Nederlands of uit andere talen).

3. Veel Griekse woorden zijn niet zo gemakkelijk te herleiden. Bedenk ezelsbruggetjes, dat kan goed helpen.

4. Als het mogelijk is, probeer een concrete voorstelling van een woord in je hoofd te maken. Dat is een goede methode om woorden te onthouden.

5. Woorden van voorwerpen in huis kun je gemakkelijk leren door er een briefje met het Griekse woord op te plakken, je komt ze steeds weer tegen.

6. Ook kan het helpen een kort zinnetje waar het woord in voorkomt te onthouden. Regels van Griekse liedjes (met bijbehorende melodie) onthouden kan ook heel nuttig zijn.

7. Zeg de woorden hardop. Een geschreven woord herkennen is nog iets anders dan een gesproken woord herkennen. Zeg zinnen van de cd's hardop na (gebruik de pauzeknop).

8. Leer de woorden eerst van het Grieks naar het Nederlands, dat is gemakkelijker.

9. Een goed systeem om woorden te leren is: op kleine kaartjes aan de ene kant het Griekse woord en aan de andere de betekenis in het Nederlands te schrijven. Woorden kunnen hiermee zowel Grieks-Nederlands als Nederlands-Grieks geleerd worden.
Voordeel: - de kaartjes kun je schudden zodat je niet steeds dezelfde volgorde hebt,
- de woordjes die je kent kun je eruit halen,
- een stapeltje kaartjes kun je gemakkelijk overal mee naar toe nemen voor verloren ogenblikken, in de trein, in de file, in de wachtkamer, bij de kapper.

10. Als je woordjes leert ga dan vaak terug naar de woordjes die je nog niet kent of niet goed genoeg kent. Een nieuw woord kun je een kort tijdje onthouden, dan vergeet je het weer. Hoe beter je het woord kent, hoe langer je het kunt onthouden. Probeer het woordje weer te zien vóór je het vergeten bent.
Hiervoor kun je goed het systeem met de kaartjes gebruiken. Een woord dat je goed kent doe je onderaan het stapeltje. Hoe 'moeilijker' het woord, hoe hoger je het terugdoet in het stapeltje, zodat je het weer snel tegenkomt.

11. Regelmaat is belangrijk. Iedere dag kort leren is beter dan eens in de week lang. Probeer je goed te concentreren tijdens het leren.

12. Als je woorden leert buiten de cursus om, doe dat dan niet lukraak, bedenk zelf welke woorden je wilt leren. Ook woorden uit het boek waarvan je denkt dat ze voor jou echt niet relevant zijn (bv. bepaalde beroepen, gerechten) kun je wat mij betreft overslaan.