header
geit
Όλος: alle(n), alles, allemaal, heel

Het woordje όλος, -η, -ο wordt gebruikt in de betekenis van: alle, allen, alles, allemaal, heel

Hier wat voorbeelden :
όλος ο κόσμος alle mensen, de hele wereld
όλο το ψωμί al het brood
όλα τα παιδιά alle kinderen
τα έφαγα όλα ik heb het allemaal opgegeten
έφαγε όλο το γλυκό hij heeft alle zoetigheid opgegeten
δούλευα όλη τη μέρα ik heb de hele dag gewerkt
παρ’ όλα αυτά ondanks dat (alles)
ήρθαν όλοι ze zijn allemaal gekomen
όλο φως een en al licht
όλοι οι άλλοι alle anderen
όλοι εμείς wij allemaal
όλα κι όλα alles bij elkaar
είμαι όλος αυτιά ik let goed op
όλα μάζι alles bij elkaar
όλοι μαζί met z’n allen
όλο και πιο συχνά steeds vaker
όλο τραγουδούσε ze was alsmaar aan het zingen
ολοκαίνουριος heel nieuw
ολόφρεσκος kersvers
τέλος καλό, όλα καλά eind goed, al goed






Weetje van de week
>>> Archief weetje van de week
baai
© 2010-2013 www.goedwebdesign.nl