header
geit
Aan elkaar uitspreken van woorden (1)

Als een woord eindigt op een klinker en het volgende woord begint met een klinker, valt vaak óf de laatste klinker van het eerste woord óf de eerste klinker van het tweede woord weg (let op de uitspraak):

voorbeelden:

μ’ αρέσει μου αρέσει ik vind het leuk
σ’ αρέσει; σου αρέσει; vind je het leuk?
πού ‘ναι; πού είναι; waar is hij?
θά ‘μαι θα είμαι ik zal zijn
σου ‘πα σου είπα ik heb je gezegd
το ‘πε το είπε hij heeft het gezegd
του ‘πες; του είπες; heb je hem verteld?
το 'χω δει το έχω δει ik heb het gezien
το ‘δωσε το έδωσε hij heeft het gegeven
θά ‘ρθω θα έρθω ik zal komen
αλλ’ εγώ αλλά εγώ maar ik
γι’ αυτό για αυτό daarom
μ’ αυτόν με αυτόν met hem
από ‘δω από εδώ hiervandaan
ποια ‘ν’ αυτή; ποια είναι αυτή; wie is zij?
πού ‘ν’ τος; πού είναι αυτός; waar is hij?
τι ‘ν’ αυτό; τι είναι αυτό; wat is dat?






Weetje van de week
>>> Archief weetje van de week
baai
© 2010-2013 www.goedwebdesign.nl